Joke Zaal Beeldend Kunstenaar


English below

Joke Zaal is beeldend kunstenaar en lid van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers. Ze heeft jarenlang lesgegeven in kunstvakken en is ook opgeleid in bouwkunde. Ze woont in Doesburg, waar ze haar atelier aan huis heeft. Zij maakt bij voorkeur ruimtelijke objecten van zink, soms worden daar andere materialen aan toegevoegd of als hoofdmateriaal gebruikt. Zink heeft haar voorkeur boven koper en messing. Het eist met zijn grijzige tinten minder de aandacht op, waardoor de vorm meer naar voren komt. Bovendien laat het zich moeiteloos combineren met andere materialen.

Na het knippen van metalen platen brengt zij deze in de gewenste vorm. Dit doet zij door middel van drijven (het bewerken van metaal met hamers op z.g. tassen). Zo ontstaan ook contrasten in het oppervlak met het deel dat juist geen ‘behandeling’ krijgt. Hierna worden de stukken aan elkaar gesoldeerd. Door organische vormen geometrisch uit te beelden, of juist andersom, ontstaat een vervreemdend effect. Zij vertelt haar verhaal in een steeds zelfgekozen beeldtaal. De onderwerpen vindt zij in haar leefomgeving: strand en zee, bomen, resten van planten of dieren, meubels en kleding. Met veel plezier creëert zij steeds opnieuw verhalen voor haar groeiend publiek.  

 


C.V.

2020     Lid van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers (Website: nkvb.nl) 

2011 - 2019 Lid van de Kunstenaars Vereniging Hoorn en Omstreken


1969 - 2010 Docent Kunstvakken aan de Gemeentelijke Scholengemeenschap te Schagen

1999     Opleiding Bouwkundig Opzichter (HBO), BNA/VTS te Alkmaar

1976     Opleiding Kunstgeschiedenis en Handvaardigheid (Specialisatie: Vormgeving in metaal) aan de Academie voor Beeldende Vorming te Amersfoort

1970     Lerarenopleiding Handvaardigheid MO aan de Opleidinginstituut Middeloo te Amersfoort

1966     Opleiding Gymnasium B te Drachten 

1948     Geboren te Rotterdam


Joke Zaal is a visual artist and member of the Dutch Society of Sculptors. She has taught art subjects for many years and is also trained in engineering. She lives in Doesburg, where she has her studio at home. She prefers to make spatial objects out of zinc, sometimes other materials are added or used as the main material. Zinc is preferred over copper and brass. With its grayish tones, it demands less attention, which makes the shape more prominent. Moreover, it can be effortlessly combined with other materials.  

After cutting metal plates she brings them into the desired shape. She does this by floating (working metal with hammers on so-called bags). This also creates contrasts in the surface with the part that does not receive a 'treatment'. After this, the pieces are soldered together. By geometrically depicting organic shapes, or vice versa, an alienating effect is created. She tells her story in a self-chosen visual language. She finds the subjects in her living environment: beach and sea, trees, remains of plants or animals, furniture and clothing. With great pleasure she kept telling stories for her growing audience.